Aan de pomp met Thomas Gottschalk


Supertankers: Thomas Gottschalk (links) en Mike Krüger
Quelle: foto alliantie/United Archives
Er was eens een liter Super die geen 2,22 euro kostte, maar slechts een derde. De film die staat voor deze zalige tijden is “Zwei Nase tanken Super” met Thomas Gottschalk en Mike Krüger. Het lijkt een ongelooflijke reis door de tijd.
EEen klassieker, zou cynici definiëren, is een boek of film waarvan iedereen de titel kent en graag in een gesprek gebruikt, maar waarvan de inhoud en betekenis in de loop van de tijd grotendeels verloren zijn gegaan. Er zijn waarschijnlijk lezers die gepijnigd zuchten bij de stelling dat “Two Noses Tank Super” een moderne klassieker is. Wat ze zich herinneren, kan immers een klein gevoel van schaamte oproepen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld “Oorlog en Vrede” kunnen we er in ieder geval vanuit gaan dat “Zwei Nasen tanken Super” breed zal worden ontvangen. In 1984 zagen 6,6 miljoen West-Duitsers de film aantoonbaar in de bioscoop.
Zelfs deze filmtitel zou vandaag ondenkbaar zijn. Die nadruk op een lichaamseigenschap! Duidelijk lookisme. Het eerste wat je van Thomas Gottschalk en Mike Krüger in de film ziet, zijn hun – in het oog springende – reukorganen in profiel. Ze lijken zich in ieder geval niet gediscrimineerd te voelen, Tommy noemt Mike “neus” en Mike noemt Tommy “supernose” (hoewel Krüger eigenlijk de meer onderscheidende bol heeft). De twee gebruiken hun pistons meer in de zin van handelsmerken, miljoenen hadden de vorige film “Die Supernasen” al gezien.
Op pad met benzineslurpers: Nose en Super Nose
Quelle: foto alliantie/United Archives
Hoewel de titel een zelfreferentiële woordspeling is, heeft de film inderdaad Super Tanking. Nu is tanken tegenwoordig een lastig onderwerp. Je vermijdt het zo lang mogelijk. Kijkt angstig naar de liter- en prijstellers. Vult niet meer tot de rand.
Aan de andere kant, wat een ontspannen relatie met het tankproces hebben neuzen en superneuzen als ze met hun trikes naar de benzinepompen rijden! Dat mag niet als een verrassing komen, want enerzijds hebben ze hun driewielers te danken aan het geluk dat ze honderdduizenden bezoekers naar een BMW-beurs trekken (BMW-beurzen zijn ook geen populaire locaties meer). Daarentegen bedroeg de prijs voor een liter Super in 1984 1,39 mark per liter; momenteel betalen we drie keer dat, ongeveer omgerekend.
Krüger en Gottschalk zijn wat me-de-wereld-personages uit de zalige Bonn-republiek. Ze slopen de sportwagen van een tankstationklant (in Laurel & Hardy-mode), trekken hun helikoptersporen op dromerig lege Beierse autobanen (zoals Fonda en Hopper), halen gewillige lifters op (zoals Cheech en Chong), en in het restaurant bestellen de mannen zonder dat er tegelijkertijd naar de vrouwen wordt gevraagd.
Wat hebben Kasjmir en Izmir gemeen?
De grappen zijn slecht (“Dat is een kasjmier”, legt de sportwagenchauffeur zijn trui uit; “Isch uit Ischmir”, antwoordt de Turkse tankstationbediende), je spuit ketchup in een vroege McDonald’s en grapt je een weg door de beddenafdeling van een warenhuis.
O heilige eenvoud! Waren wij dat echt? Of onze ouders? Komen we uit deze onzorgvuldigheid? De beste klassiekers leggen verbinding met het heden en nodigen uit tot zelfreflectie. In die zin is Two Noses Tank Super een echte klassieker. Voor al diegenen die het kunnen verdragen om in de spiegel van hun superneus verleden te kijken.